Amateurclubs lopen nog niet warm voor topklasse

Klaas Groenendijk kijkt door verschillende brillen naar de plannen van de KNVB. De ondernemer uit Barendrecht is voorzitter van de Stichting amateurvoetbal Barendrecht, maar is ook amateurafgevaardigde. Hij beslist dus op 31 mei tijdens de voorjaarsvergadering van de KNVB mee over het al dan niet invoeren van een topklasse in het seizoen 2009-2010. Het aantal voetbalafgevaardigen van alle districten is bij elkaar opgeteld zestig. Het bestuursorgaan wordt ook wel het voetbalparlement genoemd: zonder toestemming kan de KNVB plannen niet zonder meer doordrukken. ,,Dat denk ik niet. Ik doe niet mee aan de verhalen van sommige clubs dat de topklasse niet meer tegen te houden is, omdat directeur betaald voetbal Henk Kesler het nu eenmaal wil. Ik denk dat we daar namens de clubs wel degelijk het laatste woord in hebben. Of de topklasse er komt, weet ik zo net nog niet. Er zitten de nodige haken en ogen aan. Ik heb in het weekeinde het rapport op de website van de KNVB bestudeerd en ik heb nog heel veel vragen,” oordeelt Groenendijk. Als vertegenwoordiger van de voetbalvereniging Barendrecht is Groenendijk geen voorstander van de topklasse. „Nee, vooralsnog niet. De hoofdklasse A, met de clubs uit de bollenstreek en uit de directe regio, bevalt mij prima. Er komt veel publiek op af. Ik vraag mij af of de topklasse voor ons aantrekkelijker is. Het verhaal dat de topklasse er moet komen, omdat de Nederlandse Mededingings Autoriteit een promotie/degradatie-mogelijkheid naar en uit de eerste divisie eist, is ook onzin. Want als de KNVB zou willen, dan kunnen elk seizoen clubs uit de eerste divisie degraderen als er onder hoofdklassers maar genoeg belangstelling is om toe te treden tot het betaald voetbal. Volgens mij is daarvoor de komst van een topklasse niet noodzakelijk.” Maar als de voorjaarsvergadering straks toch akkoord gaat met de plannen dan wil Barendrecht wel bij de clubs horen die in de topklasse gaan spelen. „Ja, want dan wordt de hoofdklasse een veredelde eerste klasse en ga zo maar door,” vervolgt de voetbalafgevaardigde. „Door de topklasse devalueren andere klassen in de amateurvoetbal-piramide en met Barendrecht willen we op het allerhoogste amateurniveau actief blijven.” „De verwachting is immers dat de drie topklassen uit totaal 48 clubs zullen bestaan, dat zal waarschijnlijk betekenen dat de eerste zes tot acht van de ranglijst volgend seizoen overgaan naar de topklasse. Dat is uiteraard mede-afhankelijk van de vraag of er clubs vanuit de eerste divisie naar de topklasse degraderen. Er wordt binnen de betaald voetbaltak druk gespeculeerd over het afstoten van de zogenoemde subsidiejunks, oftewel clubs die grotendeels afhankelijk zijn van tv-gelden. Een regionaal gebonden topklasse, voor ons dus met clubs uit de bollenstreek en bijvoorbeeld ASWH en DOTO, is voor Barendrecht wel aantrekkelijk. Daar willen wij graag bij zijn. Er zijn geledingen binnen de KNVB die de topklasse graag willen hebben en er veel aan zullen doen om er een succes van te maken. Qua marketing en public relations kun je dat ook wel aan de KNVB overlaten.”