Clubs gaan op bijspijkercursus

Donderdag maakte directeur amateurvoetbal R. Bruijnis bekend dat 40 procent van de amateurverenigingen in de vier grote steden in moeilijkheden zijn geraakt. De financiële problemen zijn het gevolg van teruglopende inkomsten uit sponsoring en contributies en stijgende kosten door strengere wet- en regelgeving. De KNVB benadert zelf clubs om mee te doen aan het een grotestedenbeleid, dat de bond ontwikkelt, maar verenigingen kunnen zich ook zelf melden. Er zijn cursussen ledenwerving en ledenbehoud, financiën en normen en waarden. Het belangrijkst is volgens de bond dat verenigingen meer actieve vrijwilligers krijgen. ,,Clubs met veel vrijwilligers hebben minder last van problemen dan de verenigingen waar dezelfde man op zaterdagmiddag lijnrechter is, vrijdagavond bardienst draait en ook twee avonden per week een team coacht'', aldus voorlichter Rob de Leede. ,,Meer actieve leden maken licht werk. Als bezoekers in een nette kleedkamer terecht komen, zijn ze eerder geneigd om die ook keurig achter te laten. Wanneer het ergens een rotzooi is, denken mensen niet: 'Kom laat ik dat eens opruimen.' Dan wordt de rommel juist nog erger.'' Volgens De Leede zijn de financiële problemen bij de meeste clubs nog niet acuut, maar zorgwekkend is de situatie wel. ,,Vooral als clubs onvoorziene uitgaven moeten doen, komt de penningmeester in de problemen.''