De topklasse roept veel weerstand op bij clubs
08 februari 2008
In de Pers
Zou het er eindelijk van komen? Jarenlang ijverde de voetbalbond KNVB er vergeefs voor om een topklasse in te voeren, maar zo concreet als nu zijn de plannen nog nooit geweest. Woensdag krijgen alle Zeeuwse clubs in Tilburg tekst en uitleg over misschien wel de grootste verandering in het Nederlandse voetbal sinds de invoering van het betaalde voetbal.
In de verschillende hoofdklassen, met name de zaterdagse varianten, wordt sceptisch op de plannen gereageerd. De clubs uit de hoofdklasse C belegden eind vorige maand zelfs een persconferentie om de plannen met de grond gelijk te maken. Onbegrijpelijk en ondoordacht, werd het genoemd. Ook de twee Zeeuwse hoofdklassers, Hoek en Kloetinge, zijn tegenstanders. Maar waar draait het nu allemaal om? De vragen en de antwoorden.
Wat houdt de topklasse in?
In de topklasse moeten vanaf het seizoen 2009/2010 de beste hoofdklassers uit het zaterdag- én het zondagvoetbal worden samengebracht. De verwachte variant is dat er drie topklasses met elk zestien clubs bovenop de al bestaande (zes) hoofdklassen zullen komen.
Waarom moet er een topklasse komen?
Door kwaliteit te bundelen en door de scheiding tussen zaterdag- en zondagvoetbal in de topklasse op te heffen, wil de voetbalbond beter voetbal realiseren. Dat moet leiden tot meer spanning, uitstraling, toeschouwers en commerciële aantrekkingskracht.
Treffen deze plannen alleen de huidige hoofdklassers?
Absoluut niet. Naar verwachting zullen 48 clubs uit de hoofdklasse doorstromen naar de topklasse. De gaten die daardoor in de hoofdklasse ontstaan moeten vanuit de eerste klasse worden opgevuld en dat opvulproces werkt vanzelfsprekend door naar de tweede, derde en vierde klasse. Daar komt bij dat alle klassen onder de hoofdklasse uit veertien clubs gaan bestaan, wat ook weer om een versterkte promotieregeling vraagt.
Waarom is het gros van de hoofdklassers tegen dit plan?
De clubs ergeren zich aan het weinig democratische gehalte om het plan in te voeren. Ze hebben het gevoel dat het hen door de strot wordt geduwd. Dat werd versterkt door de opmerking van KNVB-directeur Henk Kesler dat de topklasse er hoe dan ook komt, ook als de clubs niet willen meewerken. Hoewel dit niet expliciet in de onderzoeksrapporten staat, vrezen de clubs ook dat de topklasse de voorbode is van een doorstromingsregeling met het betaalde voetbal.
Wat is een heet hangijzer in de plannen?
Als de topklasse er komt, zal een promotie-/degradatieregeling tussen die topklasse en de hoofdklasse een breinbreker worden. De mogelijkheid bestaat dat zes zaterdagclubs uit de topklasse degraderen, terwijl er drie zaterdag- én drie zondagkampioenen uit de hoofdklasse promoveren. In de hoofdklassen kampt de KNVB dan met een overschot (zaterdag) én een tekort (zondag) van clubs.
Hoe moet dat dan?
Er moeten drie zaterdag- en drie zondagclubs uit de topklassen degraderen. De hoofdvariant is dat de nummers laatst (16e) uit de drie topklassen sowieso degraderen. Als dat drie zaterdagclubs zijn, moeten er nog drie zondagse degradanten komen. Kort gezegd degraderen dan de drie laagst geplaatste zondagclubs uit de topklasse zijn. Dat kan betekenen dat een zaterdagse nummer 15 zich handhaaft, maar een zondagse nummer 14 of zelfs 13 wél degradeert.

APSM

Pablo Klussen Hoek