Dobbeleir wil niks horen van crisis

Dobbeleir heeft het er zichtbaar moeilijk mee. Als directeur van De Rijke Transportbedrijf over de vestigingen Sluiskil, Gent en Antwerpen heeft hij een gehaast bestaan. Zijn hobby Terneuzen maakt het leven er niet gemakkelijker op. ,,Ik geef toe dat de club me niet in de koude kleren is gaan zitten. Ik ga met de vereniging naar bed en ik sta er mee op``, zegt hij tussen de afspraken door. ,,We gaan er alles aan doen om vijf jaren van succes niet met één pennenstreek verloren te laten gaan. Er moet versterking komen: twee verdedigers en een aanvaller. Verdedigend krijgen we te veel doelpunten tegen, terwijl we aanvallend te veel kansen niet benutten.`` De rood-zwarten hadden het oog laten vallen op Michel de Vries, die vorig seizoen nog deel uitmaakte van de hoofdmacht, maar aan het einde van de competitie te kennen gaf dat de trainingsarbeid hem te veel parten speelde. De Vries werd gepolst, speelde afgelopen zondag mee in de uitwedstrijd bij TEC, maar bedankte uiteindelijk toch voor de eer. De zoektocht naar een verdediger gaat derhalve door. ,,Dat kan een Belg of Hollander zijn. Ook Jos Kayser (die aan het einde van het vorige seizoen koos voor een maatschappelijke carrière) is een optie.`` Maar geen reële optie, meldde Kayser gisteravond. Vandaag hoopt Dobbeleir een nieuwe aanvaller te presenteren. De onderhandelingen zijn in een vergevorderd stadium. Waarschijnlijk gaat het om een Belg, die Terneuzen al langere tijd op het oog heeft. Teleurgesteld Door de slechte resultaten doemt de vraag op of trainer Dimitri Mbuyu de kerst nog wel haalt in Terneuzen. Dobbeleir is daar duidelijk over: ,,De positie van Mbuyu staat niet ter discussie, niet bij mij en ook niet bij de rest van het bestuur. Dimitri is teleurgesteld in zijn spelersgroep. De kritiek op zijn spelers beperkt zich tot de persoonlijke fouten die gemaakt worden. Sommige spelers nemen daarnaast te weinig zelfverantwoording, verleggen het probleem naar een ander. Dat moet eruit, maar het heeft ook te maken met persoonlijkheid en het feit dat sommigen aan hun top zitten. Als je niet beter kunt, houdt het op.`` Vanaf het begin van de competitie kampte Terneuzen met blessures. Daardoor kon Mbuyu nooit spelen met het elftal dat hij in de voorbereiding voor ogen had. ,,Maar dat is geen excuus``, vindt de voorzitter. ,,Het is enkel een feit. In de rest van de competitie zal dat niet anders worden. We krijgen te maken met schorsingen en blessures. Anderen zullen het voortouw moeten nemen.`` Met het uitblijven van de prestaties nam de kritiek van zowel de jongelingen als de gevestigde namen hand over hand toe. Dobbeleir: ,,Jonge spelers als Remco van Leeuwen en Jordy Bakker moeten zich nog bewijzen. Zij hebben al wel gespeeld, maar zijn nog geen vaste waarden. Laat die jongens eens in de spiegel kijken en voor zichzelf vaststellen wat er nog verbeterd moet worden. Daarnaast zullen de ervaren spelers moeten laten zien, dat ze een basisplaats verdienen en de kar kunnen trekken. Dat Van Sliedregt afgelopen zondag teleurgesteld was dat hij niet in de basis stond, is begrijpelijk. Dat is de juiste mentaliteit.`` Voor de nieuwe voetbaljaargang presenteerde Terneuzen zes aanwinsten: Nico van der Meer, Johan van Rumst, Williams Benoit Moukoko, Remco van Leeuwen, Jordy Bakker en Stefan Saey. ,,Zij hebben niet allemaal gebracht wat er van hen verlangd werd, laat ik daar duidelijk in zijn. Maar er zit wel verbetering in. Wie wel of niet tekort heeft geschoten, laat ik in het midden. Als selectie vier je samen feest, maar huil je ook samen.`` Nonsens Dat de terugkomst van Geert de Poorter na een langdurige blessure gezien wordt als de oplossing voor het probleem doet Eddy Dobbeleir af als nonsens. ,,De uitslag van een team kun je niet ophangen aan één persoon. Geert is een speler die het voortouw neemt. Dat zag je zondag ook toen hij zijn rentree maakte in de wedstrijd tegen TEC (3-2-verlies). Er zijn spelers in de ploeg die een meerwaarde hebben. De Poorter heeft een super meerwaarde.`` De supporters mokken ondertussen massaal over de prestaties van het eerste team. Dobbeleir vindt dat begrijpelijk. ,,Anders zouden die mensen te weinig betrokken zijn bij de vereniging. Het eerste is het vlaggenschip van de club. Sommigen zeggen dat het allemaal te snel is gegaan. Daar ben ik het niet mee eens. Het is wel snel gegaan, maar niet té snel. Het enige waar je op achter loopt zijn de structuren, culturen en financiën. Op dit moment hebben we echter maar één doel en dat is handhaving. Daarvoor moet alles wijken."