Dominicus wil vechten voor plek.

20 mei 2005
Hoek 1
Het formulier om zijn overgang naar Hoek af te ronden, ligt links van hem, rechts staat een glaasje frisdrank. Niels Dominicus (21) maakt een ontspannen indruk, ruim twee uur voor zijn laatste wedstrijd in het shirt van RBC. De tegenstander heet Jong NEC, dat bij een zege kampioen is van de eerste divisie. „Ik weet niet of de motivatie al te groot zal zijn, want voor ons staat er helemaal niets meer op het spel“, zegt Dominicus.
Acht van de tien spelers van Jong RBC hebben te horen gekregen dat ze moeten vertrekken en Dominicus is er daar één van. Na vier jaar bij de Roosendaalse eredivisionist zit het profavontuur erop voor de spits uit Westkapelle. In de brasserie van het stadion kijkt hij met gemengde gevoelens terug op de Brabantse jaren. „Dat ik met de eerste selectie heb meegetraind, heb warmgelopen in een volle Kuip en uit tegen FC Groningen mijn debuut heb gemaakt, pakken ze me niet meer af. Vooral het laatste jaar heb ik veel geleerd en heb ik gezien wat nodig is om een goede prof te zijn. Daar kan ik later alleen maar profijt van hebben.“ Zwakker Aan de andere kant is het voetballen in het belofteteam van RBC vaak tegengevallen. „Omdat je overal tussen hangt“, vertelt Dominicus. „De ene keer voetbal je met spelers uit de eerste selectie, een week later met een paar A-junioren. Dat scheelt nogal wat. Aan het begin van het seizoen deden we mee in de topvijf, daarna werden we als team alleen maar zwakker. We staan nu tiende, maar degraderen kunnen we niet. Ik weet ook niet wie er vanavond allemaal meedoen, dat is iedere keer een verrassing.“ Het gesprek met Rob Meppelink van een week eerder ligt nog vers in zijn geheugen. „Hij zei gecharmeerd te zijn van mijn spel, omdat ik goede en bijzondere kwaliteiten heb“, herhaalt Dominicus de woorden van RBC’s technisch manager. „Toch zou de stap naar de eredivisie te groot worden. Volgend seizoen zou ik in het eerste weinig aan spelen toekomen en dus weer een seizoen in het tweede moeten voetballen. Meppelink vond dat ik daar niets meer te zoeken had. Voor mijn ontwikkeling was het volgens hem verstandiger een club in de eerste divisie of in de hoofdklasse te zoeken.“ Het wordt het laatste, omdat Hoek slagvaardig te werk ging. „Ik speelde een testwedstrijd bij Waasland, een eerste-divisionist in België. De trainer van Hoek (Eric Tetaert) en de scout (Gerrit Emans) waren bij die wedstrijd aanwezig en daarna hebben we met elkaar gesproken. Er was meer interesse en ik heb twee weken geleden ook nog een gesprek met Heerjansdam gehad. Maar toen had ik de knoop eigenlijk al doorgehakt. De mensen van Hoek spraken veel vertrouwen in me uit en het is een club waar het voetbal leeft.“ Van een basisplaats bij de Zeeuws-Vlaamse hoofdklasser gaat Niels Dominicus niet op voorhand uit. „Ik weet dat ik als diepe spits concurrentie heb van Sam Ysebaert. We zijn straks bij Hoek met achttien spelers en iedereen zal moeten knokken voor zijn plekje. Ik ben niet bang voor concurrentie en ik denk ook dat dat de kracht van Hoek is. Ze doen niet voor niets vrijwel ieder seizoen bovenin mee. Ik ben nu op een leeftijd dat ik veel moet spelen om me verder te ontwikkelen. Het profvoetbal heb ik nog niet opgegeven. Ik doe één stap terug, om er later twee vooruit te maken.“ De centrumspits, die eerder bij De Noormannen, een jaartje bij Feyenoord en bij RCS heeft gespeeld, gaat in ieder geval in een ander ritme leven. „Ik reis nu vijf, zes keer per week naar Roosendaal en op maandagen vaak ook nog naar Kerkrade of Maastricht voor een wedstrijd. En als we om half vijf trainen, zit ik ’s avonds om acht uur pas achter een bord warm eten. Na de zomer begin ik aan het tweede jaar van mijn hbo-opleiding en misschien wordt school dan wel een minder zware belasting. Ik krijg meer regelmaat in mijn leven en hopelijk komt dat het voetbal ook ten goede.“ Stille getuigen De wedstrijdbespreking nadert en Dominicus maakt zich op voor zijn laatste duel in het oranje shirt. In het stadion is het nog rustig en op de toiletten onder de hoofdtribune zijn plastic bekers met bier de stille getuigen van de wedstrijd tussen RBC en Roda JC van twee dagen eerder. In het spelershome hangt nog een serene rust, maar daar komt snel verandering in. De Nijmeegse opponent wordt deze avond gesteund door een flinke supportersschare, die de aanstaande titel mee wil vieren. Jong NEC is aangevuld met Björn van der Doelen, Arjan Ebbinge en José Valencia, stuk voor stuk spelers met een flinke dosis ervaring. Daar is bij de beloften van RBC geen sprake van. Het team doet de toevoeging ’Jong’ eer aan en begint daardoor aan een kansloze missie. Dominicus, dit seizoen goed voor zeventien goals, is naast Ramazan Kesikbas (Terneuzen) en de A-junioren Frits Paap (Serooskerke) en Perry Snoep (Sint-Annaland) één van de vier Zeeuwen in het basisteam. Pijnstillers De sterke nummer negen wint zijn eerste kopduel, maar bij het tweede gevecht in de lucht gaat het fout. Ebbinge komt met zijn knie naar voren in en raakt Dominicus vol in de zij. Aan de zijlijn neemt hij enkele minuten later twee pijnstillers in, maar helpen doen die niet. Na ruim zestien minuten moet Dominicus zich laten wisselen en daardoor eindigt zijn laatste optreden voor RBC in mineur. Als toeschouwer ziet hij NEC vervolgens met 3-0 winnen. De Nijmegenaren vieren uitgebreid feest, terwijl Niels Dominicus met een kater afscheid neemt van Roosendaal.