Kloetinge leeft op een vulkaan
22 december 2003
Overige
Ooit was Kloetinge een keurige voetbalvereniging, waar zelden een wanklank viel. Een club ook die de voorbije vijf seizoenen opstoomde in de vaart der volkeren en uitgroeide tot een hoofdklasser van naam. Hoe anders is het nu op de drempel van 2004. Een langer verblijf op het hoogste niveau is niet langer gegarandeerd. Daarnaast zorgen ontevreden spelers, morrende sponsors en elkaar wantrouwende bestuursleden voor een explosief sfeertje. Kloetinge leeft op een vulkaan, die op punt van uitbarsten staat.
Kloetinge kende dit seizoen een dramatisch begin in de hoofdklasse A van het zaterdagvoetbal. De eerste zes wedstrijden gingen verloren. Nadat de speelwijze op aandrang van de spelers was aangepast, kwam er wel enige verbetering (twaalf punten uit de acht daarop volgende duels), maar door de laatste thuisnederlaag tegen FC Lisse ging de ploeg vorige week toch met een beklemd gemoed de winterstop in.
De op hoofdklasseniveau debuterende trainer Karl Vergouwen hield zich de voorbije maanden groot, maar wist toch niet altijd de juiste snaar bij de spelers te raken. De trainingen werden als matig en te weinig wedstrijdgericht ervaren, terwijl de tactische ingrepen tijdens de duels niet altijd werden begrepen. Uiteindelijk besloten de spelers gaandeweg het seizoen zelf maar het voortouw in het veld te nemen. Hierbij werden aanwijzingen vanaf de kant soms genegeerd.
De kritiek bleef in eerste instantie binnenskamers, maar de afgelopen weken lekte er steeds meer uit. Tal van basisspelers trokken openlijk de kwaliteiten van Vergouwen in twijfel. Geldschieters, oud-ploeggenoten en bestuursleden werden er deelgenoot van gemaakt. Vergouwen mag dan een harde werker zijn, voor het niveau van een hoofdklasser komt hij (nog) tekort, zo werd off-the-record geoordeeld door het merendeel van de selectie.
Nadat bestuurslid technische zaken Kees Kleppe uitvoerig met de spelers had gesproken en geconfronteerd werd met de kritiek, oordeelde hij dat er een ongezonde en onhoudbare situatie was ontstaan. Hij pleitte daarom twee weken geleden met medeweten van veel spelers voor een nieuwe sterke man (Dolf Roks), maar kreeg tijdens de ’reguliere’ bestuursvergadering geen poot aan de grond. Acht van de elf bestuursleden wilden niks weten van een voortijdig afscheid van Vergouwen. Dat was te pijnlijk en zou mogelijk veel sponsors kostten. Bovendien was er geen geld in kas om het tweejarige contract af te kopen. Een aantal bestuursleden zwaaide vervolgens met de portefeuille.
Kleppe vestigde hierna nog even de hoop op de spelers, maar die voelden zich op dat moment niet geroepen een signaal af te geven. Zij legden de verantwoordelijkheid neer bij het bestuur, dat Vergouwen destijds immers heeft aangesteld. Moe van al het gepraat vroegen de spelersraad, verschillende leden van de begeleiding en enkele bestuursleden enkele dagen later om rust. Kleppe werd in de aanloop naar het laatste competitieduel voor de winterstop dringend verzocht de boel de boel te laten. Het leidde ertoe dat het bestuurslid technische zaken ruim twee weken na zijn aanstelling teleurgesteld het bijltje erbij neergooide. Hij had geen zin om de club nog langer van adviezen te dienen.
Het gevolg is nu dat de club onder voorzitterschap van Paul Dekker volledig verscheurd is. De vereniging (700 leden) is in twee kampen verdeeld en de stellingen zijn betrokken. Er heerst een sfeer van achterklap, ruzie en gekonkel.
Tot overmaat van ramp wil nu ook de commissie van wijze mannen, die de club zou doorlichten en met een nieuwe organisatiestructuur zou komen, zichzelf opheffen. De commissie, waar ook Kleppe deel van uitmaakt, ziet geen rol meer voor zichzelf weggelegd nu er toch niet naar adviezen wordt geluisterd. En Piet Koster, die eerder als extern adviseur een bestuurscrisis trachtte te bezweren, heeft na de ontwikkelingen van de voorbije weken ook niet veel trek meer om nog veel energie in de club te stoppen. Hij is alleen nog op afroep beschikbaar.
Daarmee zijn nieuwe bommen onder het toch al broze bolwerk komen te liggen.
De vv Kloetinge moet vrezen voor zijn toekomst, tenzij iedereen alsnog zijn verantwoording neemt en niet langer om de hete brij heendraait.
Het bestuur lijkt daarbij als eerste aan zet.
Door: Jan Dagevos

Frits Bakker - Woord en Beeld