Nijskens steelt met zijn ogen
23 februari 2003
Overige
Angelo Nijskens werd eind januari ontslagen als trainer van Hoek. Vanaf dat moment stortte de voormalig prof zich vol overgave op de trainerscursus die hij in België volgt. Na een stage bij Germinal Beerschot Antwerpen en bezoekjes aan Juventus en Heerenveen is de cirkel nu voor even rond. Nijskens is neergestreken bij de club waar het voor hem allemaal begon: Lokeren.
Eén telefoontje naar Lokeren-trainer Paul Put en het was geregeld. Nijskens wilde zijn tweede stage van drie weken het liefst dicht bij huis afwerken en dus was de keuze snel gemaakt. Bij zijn oude club Lokeren werd de voormalige spits met open armen ontvangen. “Het is net of ik hier nooit ben weggeweest.” Willy Peeters, de bondsgedelegeerde van SK Lokeren, sloeg bij het weerzien met Nijskens zijn armen om hem heen. “De verloren zoon is terug”, zei Peters na de innige omhelzing. En ook materiaalman Jef, die naar eigen zeggen al meer dan 25 jaar bij de club rondloopt, is blij met de (tijdelijke) terugkeer van Nijskens.
“Ik zie de kapbewegingen nog voor me”, vertelt Jef en hij probeert ze zelf na te doen. “Wat een ploeg was dat”, blikt Jef enthousiast terug. “Met Lubanski, Larsen, Nijskens… Fantastisch!” Nijskens lacht er hartelijk om en voedt de man een beetje. “Dat was een betere ploeg dan die van nu, hé Jef.” Jef hapt gewillig toe: “Zeker weten”, antwoordt hij kordaat.
Kijken en luisteren
Waar Angelo Nijskens zo’n twintig jaar geleden op het veld van Lokeren zelf moest trainen en spelen, moet hij nu vooral goed kijken en luisteren. “Ik moet veel stelen met mijn ogen”, weet de oefenmeester die al in het bezit is van de UEFA A- en B-licentie. (TC1 en 2 in Nederland). “Hoe werken de trainers, wat voor soort trainingen geven ze, wat doen ze aan tactiek, enzovoort. De groep cursisten waar Nijskens deel van uitmaakt bestaat uit 21 trainers. De bekendste namen: Jan Ceulemans, Franky van der Elst, Michel Preud’homme, Lorenzo Staelens en Henk Houwaart. “Daar zitten acht gouden schoenen bij”, weet Nijskens. “We komen één keer per maand twee dagen samen in Vilvoorde. We krijgen dan les en er komen veel gastsprekers. Van Andy Roxburgh, de voormalige bondscoach van Schotland hebben we bijvoorbeeld een lezing gehad. Dat was prachtig. En ook een lezing van de conditietrainer van Bolton Wanderers en het Zweeds elftal. Dat was heel interessant.
De twee dagen bij Juventus maakten eveneens indruk op Nijskens. “Het trainingscomplex was helemaal afgeschermd. Er was daar een jongetje op een muurtje geklommen om naar de training te kijken, maar hij werd door veiligheidsmensen direct verwijderd.” De training van Marcello Lippi vond hij niet zo vernieuwend. Nijskens: “Maar het vervolg wel. Meteen na de training moesten de spelers tests doen om te kijken of ze wel genoeg arbeid geleverd hadden. Acht spelers mochten daarna gaan douchen, zeven andere moesten terug naar buiten om nog wat extra werk te doen. Maar de spelers mogen zelf geen ballen dragen en ander materiaal dragen. Daar heeft Juventus gewoon drie man voor in dienst.”
Foppe de Haan
Het bezoek aan Juventus was leerzaam en dat geldt volgens Nijskens ook zeker voor de vier dagen die hij in Heerenveen doorbracht. Dat was een stage met mijn werkgroep. Samen met Franky Dury (trainer van Zulte-Waregem) en Rik van de Velde (in dienst bij Lierse) heb ik de club, de jeugd en het scoutingsbeleid moeten doorlichten. Van Foppe de Haan mochten we overal gaan en staan waar we wilden en hij maakte drie keer een half uur voor ons vrij, om vragen te stellen. Foppe maakte een heel goede indruk op me en de club ook. Heerenveen lijkt vooral open club, maar er zit toch een zeer grote organisatie achter.” Bij Lokeren kwam Nijskens niet voor verrassingen te staan. “Ik loop hier met een lekker gevoel rond. Iedere ochtend liggen mijn spulletjes netjes klaar en ik ben vanaf de eerste dag direct geaccepteerd. Het is net of ik echt T2 ben”, wijst hij op de afkorting op zijn trainingspak. De term T1 is gereserveerd voor hoofdtrainer Paul Put en die bezorgde Nijskens per ongeluk een nieuwe bijnaam. “Toen Paul me voorstelde vergiste hij zich en noemde me Gino. Sindsdien ga ik hier dus met die naam door het leven.”
Hij geniet zichtbaar van het verblijf bij Lokeren en Nijskens heeft nog geen seconde spijt gehad dat hij aan de cursus is begonnen. “Deze cursus wordt één keer in de drie jaar gegeven. Ik kreeg de mogelijkheid hem nu te volgen en ik vond dat ik zo’n kans niet kon laten lopen. En als ik dat diploma op zak heb, dan betaalt het zich vanzelf terug. Want hiermee kun je echt overal aan de slag.
Vermoeiend
Het kijken en luisteren naar andere trainers gebeurt allemaal ter voorbereiding op het theorie-examen dat voor de maand mei op de rol staat. “Die twee dagen in Vilvoorde zijn altijd heel vermoeiend”, zegt Nijskens. “Je wordt twee dagen lang volgestopt met informatie en dan ben je ’s avonds echt op. En er komt de komende maanden behoorlijk wat blokwerk bij kijken, maar daar ben ik niet bang voor. Ik steek tien keer zoveel tijd in deze cursus dan sommige collega’s doen. Maar ik doe het graag en heb er de tijd voor.”
“Franky Dury heeft bijvoorbeeld een gewone baan, hij traint een tweedeklasser in België en volgt ook nog de cursus. Hij weet soms niet waar hij de tijd vandaan moet halen. Daarom doe ik wat meer aan het groepswerk. Want ik heb er genoeg tijd voor en zo kan ik hem een beetje ontlasten.” Waar hij volgend seizoen aan de slag gaat, weet Angelo Nijskens nog niet. Zijn naam werd genoemd bij de Belgische derdeklassers Nieuwkerken en Red Star Waasland, maar het trainen van jeugd bij een profclub zou hem ook wel bevallen. “Weet je waarom? Omdat je dan lekker rustig kunt werken, zonder gezeur en met minder druk. Voorlopig wacht ik het allemaal rustig af. Ik wil dat diploma halen en daarna zie ik het wel.”

Frits Bakker - Woord en Beeld