Onderhandelingen

28 maart 2005
Kopstootjes
Het zoontje van Jan Mieras is aanwezig bij de oefenpartij op een koude winteravond tegen De Boys. Met alle belangstelling vraagt hij aan zijn vader waarom Destorme er niet bij is, hij had hem ook niet op de training gezien van de week. Dit symboliseert de familie Mieras. Hij treedt nu al in de voetsporen van (o)pa , zijn absolute voetbaldieren, zijn dagelijks op het veld te vinden, kennen alle geruchten en brengen de zaterdagmorgen veelvuldig op de wc door als het eerste moet spelen.
De onderhandelingen met de selectiespelers worden weer gevoerd door Dirruk de Bruin.. Hoe verlopen die onderhandelingen nu. Waar worden die gevoerd. In een Vlaams cafeetje, in het restaurant van Jan Dieleman te Axel, in de bestuurskamer, bij De Raayberg in Bergen op Zoom of bij Dirk de Bruin thuis rondom een knetterende open haard en de meeslepende klanken van Eric Clapton op de achtergrond. Hoe luidt de openingszin en wie begint, wordt het zuiver zakelijk gehouden of tendeert het naar een geanimeerd gesprek over koetjes en kalfjes. Zijn er raakvlakken met functioneringsgesprekken, beoordelingsgesprekken of POP- gesprekken. Blijft de aanbieding op hetzelfde niveau of wordt een stijging in het vooruitzicht gesteld. Is de speler een braaf lammetje die bescheiden overal plichtmatig instemmend op reageert of zit er een zelfbewuste en hooghartige voetballer die het onderste uit de kan wil halen en daartoe alle verbale middelen gebruikt, m.a.w. communiceert hij op assertieve wijze vanuit een actieve grondhoudingen en schept een zodanige feedback dat doelen effectief worden bereikt? (niet zelf verzonnen) Het is een grijze en trieste donderdagmorgen in februari, de regent gestaag door. Ik ben in Hoek voor een bezoek aan tandarts Verhelst voor de halfjaarlijkse controle. Ik ben vroeg vertrokken uit Terneuzen want een week eerder stond ik in de file bij de sluizen, hetgeen een dusdanige vertraging veroorzaakte dat ik te laat was voor de tandarts in Hoek. De overheden zijn namelijk een beetje aan het experimenteren met de verkeersstromen naar ondermeer chemiegigant DOW. Alle polder- c.q toegangswegen zijn afgesloten met als direct gevolg randstadtaferelen bij het sluizencomplex. Om de serene en akelige stilte van de drukke wachtkamer te vermijden rij ik als een gids door het dorpje Hoek. Mede door toedoen van het liedje Het Dorp van Wim Sonneveld die op de CD staat, voert melancholie de boventoon in mijn heilige koe. Herinneringen uit mijn jeugd borrelen boven. Het zijn dan wel niet de jaren 50 die Sonneveld op zo’n prachtige wijze toezingt maar ik ervaar de sfeer en gevoelens vergelijkbaar met die van de jaren 70. Ik rij langs de voorste kreek waar ooit de kerstboomverbranding een massale happening was, de stem van orakel Sjaak van de Lijke over het 20 cm dikke ijs schalde bij wedstrijden georganiseerd door “welgebogen niet gebroken” en waar Bravenboer zijn eerste donaties gaf aan de ijskoningen- en koninginnen. Dan richting Noordstraat die wielerherinneringen bij me oproept: Ieder jaar denderde de spectaculaire Tour Du Flic er overheen, we speelden “toerdefransje” en na zwemmen bij Willempje de Visser fietsten we als een bezetene terug naar het dorp. Vervolgens rij ik door straten vol met doorzonwoningen, de bloemenbuurt: hier mijn gehele jeugd gewoond temidden van andere ‘allochtone’ kinderen waarvan de vaders voornamelijk op DOW werkten. Dan richting het centrum van Hoek, de Markt die al sinds jaar en dag fungeert als samenscholingspunt voor jongeren, tegenwoordig heet dat een hangplek en heeft een negatieve klank. Linksaf de Molendijk op met aan de rechterkant het winkeltje van Janna: Klein maar groots in assortiment, in feite een miniatuur Bijenkorf, je kon het zo gek niet bedenken of Janna had het wel. Een eindje verderop het oude gemeentehuis waar in de winter in de gehoorzaal wel eens bingo-avonden werden georganiseerd. Giel van Boom trok de nummers en zijn zoons gingen er met de prijzen vandoor??? Dan slager Moerman waar de varkens en de koeien ter plekke met een kogel werden gedood en daarna met vereende krachten werden ontleed. Bakker van der Maale waar heel de DOW gebak kwam bestellen en daar tegenover fietsenmaker Dierickx: Ma Dierickx gaf stevig leiding aan de zaak, zeker ten tijde van verkoop van vuurwerk!! Tenslotte garage Roelse waar het altijd een gezellig zooitje was. Rechts de helling af richting Julianastraat. Het eerste huis werd bewoond door een gezaghebbende veldwachter “Roodbaard” genaamd. Onze bromsnor wist en zag alles en werd zowel verfoeid als gerespecteerd, kortom de ideale dorpsagent. In dezelfde straat woonde een vriendje en klasgenootje, Eelco Delcourt. Zijn ouders waren aanhangers van de toen populaire en trendy vorm van de vrije opvoeding. Voor een jongetje uit een degelijk katholiek gezin was dit soms een vreemde gewaarwording: zo hadden ze geen bankstel maar alleen kussens op de kale grond, mocht je op de ramen schilderen en op een verjaardagspartijtje kreeg je friet met grote walnoten i.p.v. de gebruikelijke appelmoes. De bocht om en we bereiken het Van Tienhovenplantsoen, de plek waar bij het mega dorpsfeest Hoek-Totaal de zeskamp plaats vond. Een eindje verder was de friettent van Kees. Ontelbare keren een frietje met een juunbuuze genuttigd. Ondertussen vliegt de tijd zodat aan al die romantiek abrupt een einde komt en ik even later in de tandartsstoel zit.
Loek