Terneuzen moet op de zuinige toer.
26 maart 2004
Overige
Kunnen we nog één keer afscheid nemen van Eddy Dobbeleir? Op zondag voor een wedstrijd van Terneuzen, in de middenstip. Met een ferme handdruk Voor Eddy en een bos bloemen voor zijn lieve vrouw. Zonder veel woorden graag, gewoon even uitzwaaien, want de soap heeft al1ang genoeg geduurd.
'En dat hij, bij dat afscheid, nog één keer die onvergetelijke twee woorden mag uitspreken: "Geen commentaar."
De club ligt verder, al genoeg op straat. Zondag, na de wedstrijd, viel het klassieke verhaal vaneen zinkend schip op te tekenen uit de mond van Mike But. Dat geeft nog maar eens aan hoe groot de onzekerheid is onder de spelers, die zich naar het einde van de competitie worstelen. Wat al heel lang sluimerde, is nu openlijk naar buiten gekomen. De club uit het Zuidersportpark heeft zich mooier en rijker voorgedaan dan goed was, in de blinde eerzucht van bestuurders om de hoogste klasse bij de amateurs te halen.
De stuurman is al van boord gesprongen. Eddy Dobbeleir verdwijnt bij de club, zoals hij dat ooit eerder bij Hoek heeft gedaan. De ware reden blijft buiten beeld, want Dobbeleir is er altijd in geslaagd om in zijn zwakste momenten de schuilkelder in te vluchten. Hoe vaak zouden kranten en radio in het tijdperk Dobbeleir (behalve in de glorietijden) zich niet hebben bediend van het zinnetje: "De voorzitter is niet bereikbaar voor commentaar. "
Dat is in de loop van de jaren zijn handelsmerk geworden. In betere tijden was Dobbeleir een buitenge_ woon aardige man. Hij liet zich graag ophemelen met wierook, omdat hij jarenlang werd gezien als de man achter de successen van Terneuzen. Drie promoties in korte tijd hebben de groeiende miserie achter de schermen nog lang kunnen verbloemen. Dat moment werd altijd uitgesteld, maar uiteindelijk is de bijl gevallen.
Mike But kwam zondag na de verloren wedstrijd tegen Internos met een fatale conclusie. "Wij zetten ons in voor deze club, maar organisatorisch is er helemaal niets. Ik geloof hier ook nergens meer in, want we weten helemaal niets." En nog erger: "Wat we hier in een paar jaar tijd hebben opgebouwd, wordt straks in twee jaar kapotgemaakt."
Dat moet hard aangekomen zijn bij het bestuur, dat zo lang de schijn heeft opgehouden. Want dat het er slecht voorstond met de club, dat wist de eigen achterban ook wel. Het mocht alleen nooit naar buiten komen. Zelfs toen Dobbeleir een paar weken geleden al een keer was opgestapt, bleef hij nog staalhard volhouden dat Terneuzen zich geen zorgen maakt. Wat een schone schijn. Terneuzen (en vooral Eddy Dobbeleir) hadden eigenlijk maar één ultieme wens: uit de schaduw van Hoek treden en de top van het zondagvoetbal halen. Die eerzucht heeft de voorzitter de kop gekost. Wat overblijft, is een verscheurde club, met voor- en tegenstanders van een vooruitstrevend beleid.
Het kan niet anders of Terneuzen moet op de blaren zitten. Paul Telussa, de trainer, speelde het hoge spel al die jaren mee, maar nu zal hij zich wel twee keer bedenken voor hij zich in het nieuwe avontuur stort. Want trainers willen altijd meer. En als er bij Terneuzen geen geld meer is om dure aankopen te doen, dan valt er weinig meer te winnen. "
En wat doen al de spelers? Mike But roemt de instelling van het elftal, dat in de bestuurlijke chaos toch maar blijft strijden voor kostbare punten. Twee van de duurste jongens zijn in de winter al opgestapt, omdat ze de bui al zagen hangen. Eric de Koeijer, de rots in de goal, sluit na dit jaar zijn carrière af. Mike But kan zich na zijn uitspraken van zondag nooit meer opladen om er nog een jaartje Terneuzen aan vast te plakken. En de nieuwe visie van het bestuur (zonder Dobbeleir) laat weinig twijfels over. Terneuzen wil zijn dure spelers kwijt en vooral met eigen kweek gaan voetballen. Chinedu Chukwugbo, de zwarte parel in de spits, is niet veeleisend, maar of hij in deze nieuwe clubcultuur nog toekomst ziet? Ronald van Sliedregt heeft ook niet het eeuwige leven als voetballer en Benoit Moukoko, Danny ter Steege en Mamadouba Gueye zullen het clublied toch ook niet uit volle borst mee blijven zingen als de geldkraan nog verder dichtgaat.
Maar er is ook een positieve kant: misschien gaat Terneuzen wel de enige koers varen die het schip nog boven water kan houden. Er zijn in het Zeeuwse voetbal twee treffende voorbeelden van clubs waar het heel slecht mee is afgelopen. Middelburg, ooit de trots van het amateurvoetbal, is door wanbeleid heel diep afgegleden en Vlissingen heeft zijn profavontuur moeten bekopen met een faillissement. Zo ver mag Terneuzen het niet laten komen. Telussa mag dan wel roepen dat de club maar moet proberen meer geld binnen te halen, maar het voortbestaan van Terneuzen is nog altijd tien keer belangrijker dan de eerzucht van een trainer. Dat de nieuwe visie daar maar op gericht mag zijn.
En dat Anton Herrnus, de beoogde voorzitter, zich niet te vaak gaat bedienen van de praktijken van zijn voorganger. Zondag deed hij dat wel. Anton Herrnus was niet bereikbaar voor commentaar.