'Wat is het je waard als ik zwijg'
19 december 2007
In de Pers
Hij is op tijd. Ruim op tijd zelfs. De zitting staat om 14.00 uur op de rol, maar Wim Hofkens stapt twintig minuten eerder al het kantongerecht in Terneuzen binnen. Samen met zijn advocaat neemt de trainer plaats in de wachtruimte, benieuwd naar wat er komen gaat.
Het bestuur van Hoek, de club die hem half augustus na een maand op straat zette, volgt een kwartiertje later. De twee raadsmannen schudden elkaar de hand, maar de rest van het Zeeuws-Vlaamse gezelschap neemt wijselijk plaats in de gang die naar de zittingszaal leidt. Voorzitter John Smael, de bestuursleden Guido van Schaick, Eric Bakker en Sjaak Lijbaart, en ook technisch adviseur Paul Telussa is van de partij.
Ze staan op gepaste afstand van Hofkens. Oogcontact wordt vermeden, want beide partijen liggen elkaar niet meer zo. Niet zo gek, als je bedenkt dat de één (Hofkens) 18.000 euro eist, terwijl de ander (Hoek) dat buiten alle proporties vindt. Het bestuur van de hoofdklasser vindt dat met de trainer is overeengekomen dat ze hem bij een voortijdig vertrek nog twee maanden zouden moeten doorbetalen. Nee, zegt het kamp Hofkens, er is een arbeidsovereenkomst voor één jaar getekend die de club moet nakomen.
Centrale vraag: is er sprake geweest van een arbeidsovereenkomst? Mr. Van de Velde, raadsman van Hofkens, bijt het spits af en tracht duidelijk te maken dat dat het geval is. "Want Hoek sprak bij de werving van een nieuwe trainer over 'solliciteren'. En na het vertrek van Hofkens over 'ontslag'. Dat zijn bewoordingen die horen bij een arbeidsovereenkomst."
Hij vertelt verder onder meer dat Wim Hofkens een parttimebaan voor dertig uur per week als conciërge heeft, waarmee hij 900 euro per maand verdient. De 1500 euro netto per maand van Hoek was dus meer dan welkom. "Hofkens was economisch afhankelijk van Hoek", zegt zijn advocaat.
Het argument van Hoek, dat de trainer enkel op geld uit is, wordt daarmee kracht bijgezet. Mr. Pijpelink, die namens de voetbalclub spreekt, probeert de argumenten van zijn collega te weerleggen. Hij zegt: "Op 16 april 2007 hebben Hoek en Hofkens een overeenkomst van opdracht gesloten. Er was sprake van een onkostenvergoeding." En: "In vier weken tijd heeft Hofkens de spelers van zich laten vervreemden. Hij communiceerde niet goed en weigerde incidenten uit te praten. In plaats daarvan deelde hij liever forse boetes uit. Hofkens had geen autoriteit, raakte gefrustreerd en vertelde op de dag van zijn vertrek met zeventien spelers geen 'klik' meer te hebben. De selectie was unaniem over zijn vertrek."
Pijpelink maakt verder duidelijk dat Hofkens eerst akkoord is gegaan met de overeengekomen vertrekpremie, om daar een dag later op terug te komen. Hij zou later hebben gedreigd compromitterende e-mails van voorzitter Smael door te spelen naar de pers. Smael: "Ik heb ook een e-mail van Hofkens gekregen met de tekst 'Wat is het je waard als ik zwijg'. Of ik dat als chantage zie? Jazeker." Op de vraag van de kantonrechter aan Hofkens of hij nog kan functioneren als het bestuur hem niet meer steunt en de spelers geen vertrouwen meer in hem hebben, kan de trainer tot vier keer toe geen duidelijk antwoord geven.
Vervolgens smoort de kantonrechter het begin van een discussie. Zijn advies is de strijdbijl te begraven, waarna beide partijen samen een oplossing moeten zoeken. De gegroeide spanning en irritatie moeten opzij worden gezet en alles moet volgens hem zakelijk worden bekeken. Hoek en Hofkens krijgen tot 9 januari om een schikking te treffen. De hoofdklasser en de ontslagen trainer zijn dus nog steeds niet van elkaar verlost.