Zeeuwse voetballers spelen dopingvrij

Dat blijkt uit een enquête die de Provinciale Zeeuwse Courant (PZC) heeft gehouden onder alle Zeeuwse spelers van de hoofdklasse en de eerste klasse amateurvoetbal. Voor de enquête zijn 120 voetballers benaderd van Kloetinge, Hoek en Terneuzen (hoofdklasse) en Oostkapelle, Kapelle en SSV`65 (eerste klasse). Uiteindelijk hebben 78 spelers (65 procent) aan de enquête meegedaan. De vragen over dopinggebruik konden anoniem worden beantwoord. Hoewel uit de enquête blijkt dat het met dopinggebruik wel meevalt, zegt toch een op de drie ondervraagden dat een dopingcontrole moet worden ingevoerd in het amateurvoetbal. Bijna 58 procent van de Zeeuwse voetballers is van mening dat zo`n controle niet nodig is. Ruim 66 procent zegt nooit middelen te hebben gebruikt die als doel hebben de prestatie te verhogen. Daarentegen zegt 27 procent `een enkele keer` dergelijke middelen te hebben gebruikt en 6,4 procent geeft als antwoord `vaak`. De middelen worden doorgaans verstrekt door de medisch begeleider. Opmerkelijk is dat 15 procent van de ondervraagden zegt dat hen niet is verteld wat voor middelen het betrof. Elf procent van hen vermoedt dat er sprake is van een middel dat als doping zou kunnen worden aangemerkt. Een ruime 76 procent echter meent dat het gaat om onschuldige vitaminepreparaten of voedingssupplementen. Op de vraag of men vermoedt dat bij andere verenigingen wel doping wordt gebruikt, antwoordt zestien procent met `ja`. Bijna 36 procent antwoordt ontkennend. Een grote groep van 47 procent blijft het antwoord schuldig. De spelers van de hoogste Zeeuwse voetbalelftallen vinden vrijwel allemaal dat stimulerende middelen in de voetbalsport verboden moeten blijven. Slechts zes procent is van mening dat dopinggebruik in het voetbal moet worden toegestaan. In het amateurvoetbal wordt momenteel niet gecontroleerd op dopinggebruik, omdat stimulerende middelen niet strafbaar zijn gesteld. Dit in tegenstelling tot de professionele voetbalsport.